Aan een picknickbank, in de zon, doen Niesje Oetsen, Janny Timmerman en Joyce Koster het geheim van UDI uit de doeken.
Rederijkerskamer UDI; Uitspanning Door Inspanning, opgericht in 1917 in Oosteinde, speelde aanvankelijk hun stukken in Café Reinders in Oosteinde. Toen het café sloot, moesten ze dichter naar Ruinerwold komen en oefenden en speelden zij hun voorstellingen in Café Centraal in Ruinerwold. Door de sluiting van Centraal speelt de drieste groep nu al een jaar of 5 in Dorpshuis De Buddingehof in Ruinerwold. Die overgangen waren spannend voor de groep, maar bleek iedere keer reuze mee te vallen en zijn zelfs goed bevallen.
Voorheen voerden ze naast een komisch stuk ook altijd nog een drama op, maar na verloop van tijd bleken de komische stukken beter in de smaak te vallen en richt UDI zich de laatste jaren enkel nog op de komische stukken. “Het publiek wil lachen en vermaakt worden, niet somber worden.”
Met de doldrieste stukken, schudt UDI het stoffige imago dat toneelspel doorgaans heeft, volledig van zich af. “Stoffig?”, zegt Joyce, “Bij het laatste stuk dat ik speelde keek ik eens om me heen, als midden veertiger was ik bijna de oudste op het podium!”
Die verjonging in de groep denken de dames te danken te hebben aan de voorstellingen die ze voorheen in Oosteinde speelden. De jeugd van de basisschool kwam altijd naar de generale repetitie kijken, zo hebben ze ervaren dat toneelspelen niet stoffig is, maar juist leuk! Deze jeugd is nu goed vertegenwoordigd binnen de toneelgroep.
De groep bestaat nu uit ongeveer 28 leden; spelers, grimeurs, souffleurs en een regisseur, een luxe in vergelijking met sommige andere toneelverenigingen in de buurt.
Nadat de leescommissie een stuk heeft gekozen, spelen er meestal 8-10 spelers mee in het stuk. De regisseur kiest wie welke rol gaat spelen op basis van de spelers die zich hebben aangemeld. Zodra de rollen zijn verdeeld wordt er meteen begonnen, de teksten worden uitgedeeld en op de allereerste oefenavond wordt er al uit het hoofd gespeeld. Of in ieder geval is dat de bedoeling, de souffleur heeft het op de eerste avonden best heel druk! Twee maal per week wordt er geoefend om binnen tweeëneenhalve maand het stuk op te kunnen voeren. Dat is fors pittig en alleen goed vol te houden door de betrokkenheid en goed sfeer. Jannie: “Vroeger was het heel streng; niet praten of een biertje drinken tijdens het oefenen. Dat is nu wel anders! Het is vaak wel heel erg gezellig aan de tafels waar de mensen zitten die niet op hoeven, zelfs de mobiele telefoons worden amper bekeken.”
Hilarisch zijn de momenten waarop de toneelkleding en de pruiken worden opgezet. De meeste spelers zijn ervan overtuigd dat een goed kostuum en een pruik helpen om in je rol te komen. “Je bent dan écht iemand anders, dat geeft je net dat extra beetje lef om er helemaal voor te gaan!”
Na iedere oefenavond valt er steeds meer op hun plek en wordt er toegeleefd naar de eerste voorstelling, die eerste voorstelling is spannend, maar daar laad je op en krijg je volle bak energie om de volgende twee te spelen. Het is iedere keer weer afkicken wanneer het erop zit. Je ziet elkaar dan ook even een poosje niet en is het heerlijk om weer te starten met de voorbereiding op het nieuwe stuk.
Zelf noemen ze de samenstelling van de groep “los zand”; natuurlijk kennen we elkaar wel van het dorp, maar eigenlijk heeft niemand, op een paar familieleden na, echt een binding met elkaar. En dat maakt het juist zo ontzettend leuk! Een gemêleerde groep mensen, die vanuit eenzelfde passie en plezier elkaars sterke kanten naar boven halen om een geweldig stuk neer te zetten. Om zo’n doldriest stuk neer te zetten moet je allemaal wel een flink portie lef hebben en beetje gek zijn, maar gelijkwaardigheid en vertrouwen is nog veel belangrijker. Dat vinden de spelers allemaal terug in de samenwerking. Soms is het wel heel gezellig tijdens de oefenavonden of schieten spelers zelfs tijdens de voorstelling in de slappe lach, maar dat draagt juist bij aan de saamhorigheid en dat lijkt het publiek ook te zien en te waarderen. Iedere voorstelling zien ze, naast de trouwe kijkers, steeds weer nieuwe gezichten in de zaal. “Dat is wat het echt mooi maakt!”
En een antwoord op de vraag wat nu het geheim is van UDI? Daar zijn de dames het unaniem over eens: “UDI is GEWOON leuk!”